NL HaNa H2 7823 0248
0195 [R] Oost-Indische Zaken - 1903/Octb/10 #21
Vervolg van bladz 194 195
1903 Dm & N Oost-Indische Zaken
Octb 10 21 Rappt KD 3 Octb n 34a_, om machtiging om
om bij den RvSt de overweging aanhangig te ma
ken van eene voordracht met OB, strekkende tot
aanvulling van art 119 laatste lid van het
reglement op de rechterlijke organisatie en
het beleid der justitie in Ned Indie.
_-_ Fiat missive
_-_ Fiat missive
Novb 22 Rappt RvSt 27 Octb n 20, ger. 10 Octb n 21
_-_ KD om e&a
_-_ KD om e&a
Decb 7/8 51/5 Rappt KD 2 Decb n 7, ger. 2 Novb n2
_-_ Besluit fiat en de ordonnantie v/d G.G. v N.I. goedge
keurd.
Decb 8 6 _-_ Missive aan RvSt met afschrift KB en copie rappt
_________
_________
Octb 10 29 Nota omtrent den inhoud van een geschrift
met Arab. karakters van den zich noemende
Sultan AlayĆ¼din Mohamed Davoud Shah,
zoon van wijlen Sultan AlaYĆ¼din Mansoor
Shah, aan wien het lande van Atjeh toebehoort,
daarbij uiting f=gevende aan zijn hartewensch
om voor de Koningin te verschijnen en H.M. te
ontmoeten ten einde te vertellen wat
op zijn hart ligt en in zijn brief is vermeld
en waarbij hij zich beklaagt over zijn man
tris en haelaebalangs dat zij hem steeds
buiten alles lieten en onkundig lieten van de
brieven, die het Gouvernement aan hem
richtte enz.
richtte enz.
_-_ Het adres is gebracht op de agenda der Reg
en op verzoek van H.M. Part. Secr. gezonden aan
KD om e&a. (Zie Reg. AG. 10 Octb 1903 n 53 =).
Zie 5 April 1904 n 43 bladz 629
________
Vervolg op bladz 196.
|